FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VWO - Leerjaar 3
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3.3
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
interior
=
binnenkant
outdoor
=
buiten(shuis)
exterior
=
buitenkant
to take put the rubbish out
=
het afval buiten zetten
to rent
=
huren
to furnish
=
inrichten
resident
=
inwoner
to drop by
=
langskomen
furniture
=
meubels
urge
=
neiging
to hang up
=
ophangen
to clear up
=
opruimen
to clean up
=
schoonmaken; opruimen
shed
=
schuurtje
in fact
=
sterker nog
staircase
=
trap
to sweep
=
vegen
windowsill
=
vensterbank
to let
=
verhuren
attic
=
zolder
I don’t think we’ve met, I’m Sharon.
=
Volgens mij hebben we elkaar nog niet ontmoet, ik ben Sharon.
Tell me a little bit about yourself.
=
Vertel me eens wat over jezelf.
Have you met anyone else yet?
=
Heb je al een van de anderen ontmoet?
Have you heard about the festival?
=
Heb je over het festival gehoord?
What have you been up to?
=
Wat heb jij de laatste tijd gedaan?
What do you think of this weather?
=
Wat vind je van het weer?
You work at the restaurant down the road, don’t you?
=
Je werkt in het restaurant verderop in de straat, toch?
She lives in that small house just around the corner.
=
Ze woont in dat kleine huisje hier om de hoek.
The festival is right on our doorstep.
=
Het festival is hier vlak voor de deur.
There’s all kinds of buzz within walking distance.
=
Er is een hoop gezelligheid op loopafstand.
It’s a ten-minute drive from here.
=
Het is tien minuten rijden vanaf hier.
His house is in the vicinity of the shopping centre.
=
Zijn huis ligt in de buurt van het winkelcentrum.
I’m fairly certain that I’ve seen you before.
=
Ik weet vrij zeker dat ik je eerder gezien heb.
If I recall correctly, her name was Mrs Kamais.
=
Als ik het me goed herinner heette ze mevrouw Kamais.
Chances are he’s worked there for years.
=
Grote kans dat hij daar al jarenlang werkt.
There’s not much chance she still lives there.
=
Er is weinig kans dat ze daar nog steeds woont.
I’d say that it’s about a mile that way.
=
Volgens mij is het ongeveer een mijl die kant op.
As far as I know, he lives with his mother.
=
Voor zover ik weet, woont hij bij zijn moeder.
You spend a lot of time working on hobby projects there, don’t you?
=
Je werkt daar veel aan hobbyprojecten, of niet?
I can’t seem to stop making a mess.
=
Het lukt me maar niet om te stoppen met rotzooi maken.
I tend to resort to fast food much too easily.
=
Ik heb de neiging om veel te makkelijk naar fastfood te grijpen.
I would always eat fast food after work.
=
Ik at altijd fastfood na het werk.
I really needed to break that habit.
=
Ik moest echt breken met die gewoonte.
Now you can keep reminding me of my resolution!
=
Nu kan je me blijven herinneren aan mijn voornemen!