FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VMBO-T/HAVO - Leerjaar 2
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2.5
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
outdoor sport
=
buitensport
event
=
evenement
excursion
=
excursie
to give (something) up
=
(iets) opgeven
to queue (up) (UK); to line up (US)
=
in de rij staan
annual
=
jaarlijks
campfire
=
kampvuur
comedy
=
komedie
to join
=
lid worden (van)
lazy
=
lui
to take part in
=
meedoen aan
to come along
=
meegaan
to bring (along)
=
meenemen
crowd
=
menigte
to relax
=
ontspannen
exciting
=
opwindend, spannend
spectacular
=
spectaculair
to eat out / in
=
uit eten gaan / thuis eten
to sleep in
=
uitslapen
what’s on
=
wat er gepland staat
Shae is into films.
=
Shae houdt van films.
She doesn’t care much for films.
=
Ze geeft niet veel om films.
There’s nothing she loves more than singing.
=
Er is niets waar ze meer van houdt dan zingen.
Paul, whose greatest passion is music, is a guitarist.
=
Paul, wiens grootste passie muziek is, is gitarist.
He’s also fascinated by history.
=
Hij is ook gefascineerd door geschiedenis.
He is keen on history.
=
Hij is gek op geschiedenis.
Shae can’t stand tours.
=
Shae kan rondleidingen niet uitstaan.
I’m (not) very fond of museums.
=
Ik ben (niet) erg gek op museums.
I prefer sightseeing.
=
Ik vind het leuker om bezienswaardigheden te bekijken.