Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to discuss = bespreken
  • deposit = borg
  • bus stop = bushalte
  • single room = eenpersoonskamer
  • hostel = hostel
  • hotel room = hotelkamer
  • pet-friendly = huisdiervriendelijk
  • to rent = huren
  • ideal = ideaal
  • safe = kluis
  • modern = modern
  • night = nacht
  • rule = regel
  • wheelchair = rolstoel
  • roomy = ruim
  • cleaning fees = schoonmaakkosten
  • traditional = traditioneel
  • double room = tweepersoonskamer
  • How much is the weekly rent? = Hoeveel is de huur per week?
  • We’ve got a budget of 450 pounds for one week. = We hebben een budget van 450 pond voor één week.
  • Would you prefer to rent a room or a holiday home? = Hebt u een voorkeur voor een kamer of een vakantiehuisje?
  • Is it available from the 22nd to the 29th of July? = Is het beschikbaar van 22 tot 29 juli?
  • Your house will be ready for you at 3 p.m. = Jullie huisje zal gereed zijn om 3 uur ’s middags.
  • I’m afraid it’s booked on the 22nd. How about starting your holiday on the 23rd? = Ik ben bang dat het al bezet is op de 22e. En als u de vakantie op de 23e begint?
  • It’s a 15-minute walk from the train station to the park entrance. = Het is een wandeling van 15 minuten van het treinstation naar de entree van het park.
  • We would rather stay somewhere more luxurious. = We zouden liever op een plek verblijven met wat meer luxe.
  • I’m more interested in a cabin, as it’s more private than an apartment. = Ik heb meer interesse in een blokhut, omdat die meer afgezonderd is dan een appartement.
  • Three friends and I are looking for a holiday home in July. = Ik zoek met drie vrienden een vakantiehuisje in juli.
  • Could you tell me more about what you’re looking for? = Kunt u me meer vertellen over wat u zoekt?
  • Can you give me more details on the location? = Kunt u me meer details geven over de locatie?
  • Could you also tell me if bed linen is included? = Kunt u me ook vertellen of het beddengoed bij de prijs is inbegrepen?
  • How many bedrooms does the bungalow have? = Hoeveel slaapkamers heeft de bungalow?
  • What’s the public transportation like near the park? = Hoe is het openbaar vervoer geregeld bij het park?
  • How far is it from the swimming pool? = Hoe ver is het van het zwembad?
  • This is Vikram. I’m calling to ask for some information about a holiday home. = Je spreekt met Vikram. Ik bel voor wat informatie over een vakantiehuis.
  • I shall put you through to the rental department. Please hold! = Ik zal je doorverbinden met onze verhuurafdeling. Blijf aan de lijn!
  • I will be right back with you. = Ik ben zo bij u terug.
  • Please call again if you have more questions. = Bel gerust terug als u meer vragen hebt.
  • Thank you very much for your help. = Heel erg bedankt voor uw hulp.