Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • aggressive = agressief
  • to be afraid of = bang zijn voor
  • to practise = doen aan; beoefenen
  • flexible = flexibel
  • patient = geduldig
  • silly = gek
  • brave = moedig
  • curious about = nieuwsgierig naar
  • optimistic = optimistisch; positief
  • pessimistic = pessimistisch; negatief
  • calm = rustig; kalm
  • looks = uiterlijk
  • to dress = zich kleden
  • I'm not the type of person to go and investigate. = Ik ben niet het type dat op onderzoek uitgaat.
  • not really my kind of person = Ze is niet echt mijn type (mens).
  • She's not really my kind of person.

  • This food is something different from what I'm used to = Dit eten is wel iets anders dan wat ik gewend ben.
  • This food is something different from what I'm used to.

  • fit like a glove = Ik hou van mijn nieuwe spijkerbroek; hij zit me als gegoten.
  • I love my new jeans; they fit like a glove.

  • We really fit together. = We passen echt bij elkaar.
  • Eating a lot of chocolate really is my guilty pleasure. = Veel chocolade eten is iets waar ik stiekem van geniet.
  • I don't like the way in which she behaves. = Ik hou niet van de manier waarop zij zich gedraagt.