FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VMBO-B - Leerjaar 3
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2.5
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
bite
=
beet
area
=
gebied
smooth
=
glad
hairy
=
harig
to crawl
=
kruipen
slow
=
langzaam
toad
=
pad
reptile
=
reptiel
slimy
=
slijmerig
to sting
=
steken
tongue
=
tong
wing
=
vleugel
feeler
=
voelspriet
creature
=
wezen
to swim
=
zwemmen
All salamanders move fast.
=
Alle salamanders bewegen snel.
It has red markings on its back.
=
Het heeft een rode tekening op zijn rug.
Most spiders have long, thin legs.
=
De meeste spinnen hebben lange dunne poten.
The crocodile has a rough, brown skin.
=
De krokodil heeft een ruwe bruine huid.
The frog’s belly is covered in spots.
=
De buik van de kikker is bedekt met vlekken.
The stripes on this caterpillar are yellow.
=
De strepen op deze rups zijn geel.
This insect is about 2 cm long.
=
Dit insect is ongeveer 2 cm lang.
This type of snake lives in the desert.
=
Deze slangensoort leeft in de woestijn.