FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
HAVO/VWO - Leerjaar 2
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2.3
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
destination
=
bestemming
near
=
dichtbij
timetable
=
dienstregeling
cyclist
=
fietser
(bi)cycle lane; bike lane
=
fietspad
stop
=
halte
to get on
=
instappen
crossroads; intersection (US)
=
kruising
to turn back; to go back
=
omdraaien
public transport(ation)
=
openbaar vervoer
to transfer
=
overstappen
lane
=
rijbaan
pavement (UK); sidewalk (US)
=
stoep
opposite
=
tegenover(gestelde)
coach; bus
=
touringcar
road sign
=
verkeersbord
traffic light(s)
=
verkeerslicht(en)
(zebra) crossing; crosswalk
=
zebrapad
Could you give me some travel advice, please?
=
Kunt u me reisadvies geven, alstublieft?
Could you tell me which bus goes to Caerphilly?
=
Kunt u me vertellen welke bus naar Caerphilly gaat?
That would be bus 20.
=
Dat is bus 20.
When does the next bus leave?
=
Wanneer vertrekt de volgende bus?
It departs in 25 minutes.
=
Die vertrekt over 25 minuten.
Which platform does the train leave from?
=
Vanaf welk spoor vertrekt de trein?
The train departs from platform 2.
=
De trein vertrekt van spoor 2.
Where do I need to get off?
=
Waar moet ik uitstappen?
Get off at Cardiff Queen Street.
=
Stap uit bij Cardiff Queen Street.
Excuse me, could you tell me which way Queen Street is?
=
Pardon, kunt u mij vertellen waar Queen Street is?
How do I get to the train station from here / there?
=
Hoe kom ik bij het treinstation vanaf hier / daar?
I’m looking for Queen Street. Am I going the right way?
=
Ik ben op zoek naar Queen Street. Ga ik de goede kant op?
Turn right and walk along the road.
=
Sla linksaf en loop verder deze straat door.
Walk on until you see a supermarket on the corner.
=
Loop door totdat je een supermarkt op de hoek ziet.
Follow the road into the city centre and past the castle.
=
Volg de weg het stadscentrum in en voorbij het kasteel.
You’ll find Queen Street on your left / right.
=
Je vindt Queen Street aan je linker- / rechterhand.
There’s a car park across the street.
=
Er is een parkeerplaats aan de overkant van de straat.
I can see a grey church tower ahead of me.
=
Ik zie een grijze kerktoren voor me.
I’m walking along a river.
=
Ik loop langs een rivier.
The football stadium is behind me.
=
Het voetbalstadion staat achter me.