FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VWO - Leerjaar 1
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5.3
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
lightning
=
bliksem
shower
=
bui
thunder
=
donder
to pour
=
gieten
heat
=
hitte
chilly
=
kil
cold
=
koud
fog, foggy
=
mist, mistig
thunderstorm
=
onweer
to clear up
=
opklaren
hurricane
=
orkaan
umbrella
=
paraplu
temperature
=
temperatuur
to predict
=
voorspellen
to freeze
=
vriezen
warm
=
warm
How’s the weather?
=
Wat voor weer is het?
What will the weather be like tomorrow?
=
Wat voor weer is het morgen?
What’s the weather forecast?
=
Wat is de weersvoorspelling?
It’s raining.
=
Het regent.
It’s going to snow tomorrow.
=
Het gaat morgen sneeuwen.
It’s going to be sunny all weekend.
=
Het wordt het hele weekend zonnig.
There’s a chance of rain.
=
Er is een kans dat het gaat regenen.
Friday will be cloudy, wet and windy.
=
Vrijdag wordt het bewolkt, nat en winderig.
It’s hot outside. It’s about 30 degrees.
=
Het is heet buiten. Het is ongeveer 30 graden.
What do you think of the weather?
=
Wat vind je van het weer?
What’s your opinion on the weather forecast?
=
Wat is jouw mening over de weersvoorspelling?
Do you like rain?
=
Vind je regen fijn?
What’s wrong with a bit of rain?
=
Wat is er mis met een beetje regen?
Which do you like better - sun or snow?
=
Wat vind je fijner: zon of regen?
Is there anything you like about the Irish weather?
=
Is er iets aan het Ierse weer dat je leuk vindt?
What about you?
=
Wat vind jij?
I think it’s a beautiful day.
=
Ik vind het een prachtige dag.
I like that it’s sunny all the time.
=
Ik vind het fijn dat het de heel tijd zonnig is.
I (don’t) like rainy weather.
=
Ik vind regenachitg weer (niet) fijn.
I prefer sunny weather.
=
Ik geef de voorkeur aan zonnig weer.
In my opinion, Irish weather is the worst there is.
=
Naar mijn mening is het Ierse weer het ergste dat er is.
I agree with you.
=
Ik ben het met je eens.
I disagree with you on that.
=
Ik ben het niet met je eens op dat punt.