Library

Woordenlijsten Library

Hier vind je de woordenlijsten van Library van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • a few times a year = een aantal keren per jaar
  • I visit this place a few times a year.

    een aantal keren per jaar

  • a reply = een antwoord
  • I would like to receive a reply within a week.

    een antwoord

  • around 9 = rond 9 uur
  • I will be there around 9.

    rond 9 uur

  • complaint = klacht
  • I wish to make a complaint.

    klacht

  • damaged = beschadigd
  • The product is damaged.

    beschadigd

  • dedicated = toegewijd
  • He never quits. He is very dedicated.

    toegewijd

  • fan = fan
  • He always takes the time to talk to his fans.

    fan

  • favourite = favoriete
  • This is my favourite spot.

    favoriete

  • fun = plezier
  • Have fun!

    plezier

  • holiday = vakantie
  • I'm on holiday that week.

    vakantie

  • next month = volgende maand
  • You won't see me next month.

    volgende maand

  • next time = volgende keer
  • I will be there next time!

    volgende keer

  • other people = anderen
  • She always treats other people with respect.

    anderen

  • party = feestje
  • I love a good party.

    feestje

  • personality = persoonlijkheid
  • I admire his success, his personality and his manners.

    persoonlijkheid

  • present = cadeau
  • Did Peter get my present?

    cadeau

  • proud = trots
  • I'm so proud of you!

    trots

  • refund = geld terug krijgen
  • I would like a refund.

    geld terug krijgen

  • respect = respect
  • I have a lot of respect for that.

    respect

  • sweet sixteen party = verjaardag van iemand die 16 wordt
  • She's going to a sweet sixteen party.

    verjaardag van iemand die 16 wordt

  • (to) admire = bewonderen
  • (to) buy = kopen
  • (to) celebrate = vieren
  • look forward to = uitkijken naar
  • to look forward to

    uitkijken naar

  • to perform = uitvoeren
  • He was the first to perform this stunt. How cool is that!

    uitvoeren

  • to reschedule = verzetten van een afspraak
  • He had to reschedule.

    verzetten van een afspraak

  • (to) wander = dwalen
  • tonight = vanavond
  • He can't make it tonight.

    vanavond

  • unhappy = ontevreden
  • I am unhappy with this product.

    ontevreden

  • within two weeks = binnen twee weken
  • I hope to hear from you within two weeks.

    binnen twee weken

  • wonderful = geweldig
  • It's wonderful that he wants to help other people.

    geweldig