Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • babysitter = oppas
  • basically = in principe
  • be with someone (to) = er nog bij zijn (nog luisteren, begrijpen)
  • brake = rem
  • do a slide (to) = slippen
  • elbow pad = elleboogbeschermer
  • exam = examen
  • forever = lange tijd
  • gear = versnelling
  • getting around = rondrijden
  • hill = heuvel
  • kick scooter = step
  • knee pad = kniebeschermer
  • lottery ticket = lot
  • lucky thing = geluksvogel
  • mean (to) = bedoelen
  • obstacle = obstakel, belemmering
  • race (to) = wedstrijdje doen
  • stick (to) = blijven hangen
  • strike lucky (to) - struck - struck = mazzel hebben
  • trick = kunstje
  • whatever = het zal wel
  • wrist guard = polsbeschermer