Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • alongside = naast
  • benefit = voordeel
  • care home = verzorgingshuis
  • confidence = zelfverzekerd
  • confident = zelfvertrouwen
  • disability = handicap
  • disabled = invalide, gehandicapte
  • elderly = oudere
  • employment = werk
  • encourage (to) = aanmoedigen
  • experience = ervaring
  • fortunate = gelukkig
  • grateful = dankbaar
  • mobility = mobiliteit, beweeglijkheid
  • obedient = gehoorzaam
  • provide (to) = verschaffen, zorgen voor
  • rent-free = vrijgesteld van huur, zonder huur
  • self-esteem = gevoel van eigenwaarde
  • staff = personeel
  • support (to) = (onder)steunen
  • valued = gewaardeerd
  • weird = vreemd, gek
  • wicked = fantastisch, cool
  • willing = bereidwillig