Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to clutch = vastgrijpen
  • executive = directeur, manager
  • findings = conclusies (van een onderzoek)
  • flask = thermoskan
  • to gesture = gebaren
  • to huddle = bijeenkruipen
  • to lunge = plotseling naar voren schieten
  • to lurch = slingeren
  • muck = vuil
  • passage = overtocht
  • to postpone = uitstellen
  • to rear = steigeren
  • to rip = scheuren
  • to slap = een klap geven
  • smudge = vlek
  • to soar = hard stijgen
  • to stagger = wankelen
  • to sweep = razen (wind, regen, storm)
  • to thrust = duwen, stoten
  • to twist = draaien