FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
VWO - Leerjaar 4 - 4e editie
Hoofdstuk 5.6
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
All right, I see what you’re getting at.
=
Oké, ik snap wat je probeert te zeggen.
And another thing …
=
En nog iets, …
Besides that …
=
Bovendien, …
Can I have a discount?
=
Kan ik korting krijgen?
Can I speak with the manager, please?
=
Zou ik met de manager kunnen spreken?
Come on, that’s ...
=
Kom op, dat is …
Do you actually realise that …
=
Realiseer je je überhaupt dat …
Don’t blame me for the fact …
=
Beschuldig mij er niet van dat …
Don’t worry.
=
Maak je geen zorgen.
Furthermore …
=
Bovendien …
I am afraid that …
=
Ik ben bang dat …
I do not intend to …
=
Ik ben niet van plan om …
I get it!
=
Ik snap het!
I hate to trouble you but …
=
Het spijt me je lastig te moeten vallen, maar …
I have never …
=
Ik heb nooit …
I have to decline that offer.
=
Ik moet dat aanbod afwijzen.
I know ...
=
Ik begrijp (dat het) …
I think we have a deal.
=
Ik denk dat we een deal hebben.
I understand what you mean.
=
Ik begrijp wat je bedoelt.
I would like to make a complaint.
=
Ik zou graag een klacht willen indienen.
I’m afraid I had something different in mind.
=
Ik vrees dat ik iets anders in gedachten heb.
I’m getting fed up with …
=
Ik ben zo langzamerhand klaar met …
I’m losing patience …
=
Ik ben mijn geduld aan het verliezen (met) …
I’m not satisfied …
=
Ik ben niet tevreden …
I’m really dissatisfied …
=
Ik ben erg ontevreden …
If you …, I will …
=
Als jij …, dan zal ik …
In addition, …
=
Daarnaast, …
It is not my fault …
=
Het is niet mijn fout …
It is not true …
=
Het is niet waar …
It really annoys me that …
=
Het irriteert me dat …
Let’s make a deal: I’ll … and you’ll … .
=
Laten we een deal sluiten, ik … en … jij …
Let’s speed things up a bit.
=
Laten we 't tempo wat opvoeren.
Not to mention the fact that …
=
Om niet te spreken over het feit dat …
O please, shut up!
=
Hou alsjeblieft je mond!
Plus the fact that …
=
Plus het feit dat …
Stop that ...
=
Stop met ….
Surely, it can’t be that bad.
=
Zo erg kan het toch niet zijn.
That’s an unfair accusation.
=
Dat is een oneerlijke aantijging.
There’s no need to be upset.
=
Je hoeft je niet zo druk te maken.
There’s no way ... / There’s no way that I ...
=
Er is geen sprake van dat …
This is very unsatisfactory.
=
Dit is echt beneden de maat.
Unfortunately, …
=
Jammer genoeg …
What’s more, …
=
Trouwens, … / Overigens, …
Yes, I see your point.
=
Ja, ik snap wat je bedoelt.
Yes, I see your problem.
=
Ja, ik begrijp je probleem.
You’ll be fine!
=
Het komt goed met je!