- Engels Nederlands
- Anyway, where was I? I was telling you … = Dus, waar was ik? Ik probeerde je te vertellen …
- As a rule, … = In de regel, …
- By the way, … = Trouwens, …
- Can you explain why …? = Kun je uitleggen waarom …?
- Could you please say that again? = Zou je dat asjeblieft kunnen herhalen?
- Could you tell me … = Zou u me kunnen vertellen …
- Do you mean …? = Bedoel je … ?
- Does this mean …? = Betekent dit … ?
- Don’t mention it. = Geen probleem.
- Excuse me. Do you happen to know … ? = Neem me niet kwalijk. Weet u toevallig …
- Generally speaking, … / In general, … / On the whole, … = Over het algemeen, …
- I beg you pardon? = Wat zegt u?
- I prefer to … = Ik geef de voorkeur (aan) …
- I would like to know more … = Ik zou graag meer willen weten …
- I would rather … = Ik zou liever …
- I’m grateful that … = Ik ben er dankbaar voor dat …
- My pleasure. / You’re welcome. = Graag gedaan.
- So, in a nutshell … = Dus, in een notendop …
- Sorry, I didn't get your point. = Sorry, maar ik weet niet wat je bedoelt.
- Sorry, I don’t follow you. = Sorry, maar ik volg je niet.
- Talking of … = Nu we het toch hebben over, …
- Thank you for … = Bedankt voor …
- Thanks all the same! / Thanks anyway! = Toch bedankt!
- That reminds me, … = Dat herinnert me eraan, …
- To cut a long story short, … = Om een lang verhaal kort te maken, …
- To get back to what I was saying … = Om terug te komen op wat ik zei …
- What I mean is … = Wat ik bedoel is …
- What I’m trying to say is … = Wat ik probeer te zeggen is …
- What was that again? = Wat zei je ook alweer?
- Would you mind explaining … ? = Zou je me misschien uit kunnen leggen … ?
- Would you mind repeating that please? = Zou je dat alsjeblieft willen herhalen?