Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to accommodate = onderdak bieden aan
  • to clutch = vastgrijpen
  • flask = thermoskan
  • to gesture = gebaren
  • to huddle = bijeenkruipen
  • huddled = ineenkruipen
  • inclined = geneigd
  • incoherent = onsamenhangend
  • increasingly = steeds meer
  • to lunge = plotseling naar voren schieten
  • to lurch = slingeren
  • merely = slechts
  • moderate = matig, gemiddeld
  • muck = vuil
  • outrageous = schandalig
  • passage = overtocht
  • to put up with = verdragen
  • to rear = steigeren
  • regardless of = ongeacht
  • to rip = scheuren
  • to soar = hard stijgen
  • to slap = een klap geven
  • to stagger = wankelen
  • to sweep = razen (wind, regen, storm)
  • to thrust = duwen
  • to twist = draaien