Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • consider = achten / beschouwen als
  • haunt = achtervolgen
  • graduate = afgestudeerde
  • the sheer = alleen al de
  • interference = bemoeienis
  • cuts = bezuinigingen
  • settle = bijleggen / een eind maken aan
  • tuition fees = collegegeld
  • competition = concurrentie
  • professional = deskundige
  • i.e. = d.w.z.
  • that is = dat wil zeggen
  • on top of that = daar komt nog bij
  • somewhat = enigszins
  • funding = financiering
  • lack of = gebrek aan
  • apply to = gelden voor
  • resources = middelen / financiële middelen
  • credibility = geloofwaardigheid
  • tend = geneigd zijn
  • unfortunately = helaas
  • it's no use = het heeft geen zin
  • cope with = het hoofd bieden aan
  • there's no denying = het valt niet te ontkennen
  • to leave someone to his own devices = iemand aan zijn lot overlaten
  • after all = immers
  • inform of = informeren over / meedelen
  • influential = invloedrijk
  • in short = kortom
  • brand = merk
  • with regard to = met betrekking tot
  • entrepreneur = ondernemer
  • daunting = ontmoedigend
  • striking = opvallend
  • private owner = particuliere eigenaar
  • estimate = schatten
  • founder = oprichter / stichter
  • grant / scholarship = studiebeurs / beurs
  • accessible = toegankelijk
  • grant = toestaan
  • challenge = uitdaging / graad
  • degree = universitair diploma
  • steady = vast
  • merit = verdienste
  • temptation = verleiding
  • innovative = vernieuwend
  • drop out = voortijdig verlaten
  • dropout = voortijdige schoolverlater
  • make progress = vooruitgang maken
  • little / few = weinig
  • down-to-earth = nuchter
  • sign up = zich inschrijven
  • as well as / both … and = zowel … als