Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • It raises the problem that ... = Het brengt het probleem met zich mee dat …
  • The real problem is ... = Waar het om draait is …
  • It highlights the problem that ... = Het benadrukt het probleem dat …
  • I’m willing to come and help them. = Ik ben bereid om (langs) te komen en hen te helpen.
  • I don’t mind helping them. = Ik ben best bereid om hen te helpen.
  • I’ll be happy to help you. = Ik wil je graag helpen.
  • I’m prepared to help you. = Ik ben bereid om je te helpen.
  • In a case like this ... = In dit geval …
  • In a situation like this ... = In een situatie als deze …
  • In this sort of situation ... = In dit soort situatie …
  • In general, ... / Generally speaking, ... / On the whole, ... = Over het algemeen, …
  • As a rule, ... = In de regel, …
  • What about ... = Wat dacht je van …?
  • What if we … = Wat als we …?
  • We might … = We zouden …
  • Why don’t we ... = Waarom gaan we niet …
  • Let’s ... = Laten (we) …
  • I’d like to remark that ... = Ik wil graag opmerken dat …
  • Mind you, I do think that ... = Let wel, ik denk wel dat …
  • On the other hand, ... = Aan de andere kant, …
  • That may be so, but ... = Dat kan wel zo zijn, maar …
  • I would like to make a complaint. = Ik zou graag een klacht willen indienen.
  • I hate to trouble you but ... = Het spijt me je lastig te moeten vallen, maar …
  • I am afraid that ... = Ik ben bang dat …
  • I do not intend to … = Ik ben niet van plan om …
  • In my opinion ... = Naar mijn mening …
  • I think ... = Ik denk …
  • I’m sure that … = Ik weet zeker (dat) …
  • I’m convinced ... = Ik ben ervan overtuigd …
  • I’m of the opinion that ... = Ik ben van mening dat …
  • As far as I’m concerned ... = Wat mij betreft …
  • In my view, ... = Volgens mij …
  • To me, ... = Voor mij …
  • It seems to me that, ... = Het lijkt mij dat ….
  • For example, ... / For instance, ... = Bijvoorbeeld, …
  • Take for example, ... = Neem bijvoorbeeld, …
  • Take the way (he) ... = Neem de manier waarop (hij)…
  • For one thing, ... = Enerzijds, …
  • To give you an idea ... = Om je een idee te geven …
  • Let’s make a deal: I’ll ... and you’ll ... = Laten we een deal sluiten, ik … en … jij …
  • If you ..., I will ... = Als jij …, dan zal ik …
  • I’m not interested. = Ik ben er niet in geïnteresseerd
  • I have to decline that offer. = Ik moet dat aanbod afwijzen.
  • I’m afraid I had something different in mind. = Ik vrees dat ik iets anders in gedachten heb.
  • What’s your best price? = Wat is het goedkoopste wat je ervan kunt maken?
  • Can you adapt the conditions? = Kun je de voorwaarden aanpassen?
  • Can I have a discount? = Kan ik korting krijgen?
  • I think we have a deal. = Ik denk dat we een deal hebben.
  • It’s been a pleasure doing business with you. = Het was me een genoegen om zaken met je te doen.
  • The point is ... = Het punt is …
  • The real question is ... = De echte vraag is …
  • From this point of view ... = Vanuit dit gezichtspunt …
  • All things considered, ... = alles in overweging genomen
  • This raises the problem that ... = Dit stelt het probleem aan de orde …
  • I doubt if ... = Ik betwijfel of …
  • I wonder if ... = Ik vraag me af …
  • I’m not sure if ... = Ik weet niet zeker of …
  • It's doubtful if … = Het is twijfelachtig of …
  • It's uncertain if … = Het is niet zeker dat …
  • Besides that ... / In addition, ... = Bovendien, …
  • And another thing ... = En nog iets, …
  • Furthermore ... = Verder, bovendien
  • Not to mention the fact that ... = Om niet te spreken over het feit dat …
  • Plus the fact that ... = Plus het feit dat …
  • What’s more, ... = Trouwens, … / Overigens, …