Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • fiancé (m); fiancée (f) = verloofde
  • to have in common = gemeen hebben
  • to hit it off = het goed met elkaar kunnen vinden
  • jealous = jaloers
  • outgoing = spontaan
  • roughly = ongeveer
  • sister-in-law = schoonzus
  • witty = grappig; gevat