Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • profession = beroep
  • describe = beschrijven
  • dear = beste
  • days of the week = dagen van de week
  • Tuesday = dinsdag
  • Thursday = donderdag
  • picture = foto
  • would like = graag willen
  • regards = groeten
  • clothes = kleding
  • age = leeftijd
  • Monday = maandag
  • nationality = nationaliteit
  • nephew, cousin = neef
  • niece, cousin = nicht
  • uncle = oom
  • striking characteristics = opvallende kenmerken
  • season = seizoen
  • aunt = tante
  • appearance = uiterlijk
  • Friday = vrijdag
  • Wednesday = woensdag
  • Saturday = zaterdag
  • Sunday = zondag