FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
De Uitgeversgroep
ENG 2 op B1-niveau
B1 - Deel Horeca - 1e editie
HOM/KOK/MBC ENG 2 Hoofdstuk 3
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
a fanned strawberry
=
een aardbei gesneden in de vorm van een waaier
almonds
=
amandelen
appointment
=
zakelijke afspraak
appreciate (to)
=
waarderen
avid
=
ijverig
besides
=
bovendien
casserole
=
stoofpot
challenge
=
uitdaging
confirm
=
bevestigen
contestants
=
deelnemers
contrived
=
gekunsteld
convenient
=
geschikt
cubed
=
in blokjes gesneden
date
=
prive afspraak
daunting
=
intimiderend
deposit / down payment
=
aanbetaling
dessert
=
dessert
dissolve (to)
=
oplossen
domestic
=
huishoudelijk / huiselijk
dough
=
deeg
fulfill
=
nakomen
gang (menu)
=
course
gerecht
=
dish / meal
ginger
=
gember
goose liver
=
ganzenlever
greedy
=
gulzig
health and safety
=
gezondheid en veiligheid
icing
=
glazuur
knob
=
klontje
main course
=
hoofdgerecht
menu
=
menukaart
mindless
=
gedachtenloos
obligation
=
verplichting
obviously
=
overduidelijk
opinion
=
mening
pigeon
=
duif
policy
=
beleid
prior to
=
voorafgaand aan
produce
=
product
quotation
=
offerte
railed against
=
aangevallen
renowned
=
beroemd
repetitive
=
herhalend
residual
=
resterende
secure (to)
=
zekerstellen
selfconscious
=
zelfbewust
sense
=
verstand
simmer (to)
=
stoven
stain
=
vlekken
starter
=
voorgerecht
stir (to)
=
roeren
supplier
=
leverancier
thoroughly
=
grondig
tiered cake
=
taart in lagen
veal
=
kalfsvlees
wafer
=
wafel
witlof / chicory
=
witlof
yolk
=
eigeel