Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to grasp = grijpen
  • to see to = zorgen voor
  • ceiling = plafond
  • to have something done = iets laten doen
  • to store = bewaren
  • to rush = rennen
  • to match = passen bij
  • cushion = kussen
  • furnished = gemeubileerd
  • bare = kaal
  • comb = kam
  • cradle = wieg
  • chest = kist
  • to arrange = rangschikken
  • glue = lijm
  • gravel = grind
  • lawnmower = grasmaaier
  • greenhouse = kas
  • brick = baksteen
  • concrete = beton
  • to choke = (ver)stikken
  • by means of = door middel van
  • to extinguish = blussen
  • outskirts = buitenwijken
  • entire = gehele
  • to smash = stukslaan
  • risky = riskant