Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • freezer = diepvries
  • washing machine = wasmachine
  • microwave = magnetron
  • refrigerator/fridge = koelkast
  • coffee maker = koffiezetapparaat
  • dishwasher = afwasmachine
  • the dishes = de afwas
  • to do the dishes/to wash up = afwassen
  • to close/to shut = sluiten
  • waste bin = afvalbak
  • square = vierkant
  • to rent = huren
  • rent = huur
  • for rent/to let = te huur
  • entrance = ingang
  • to press = drukken
  • button = knop
  • to lock = op slot doen
  • key = sleutel
  • lock = slot
  • homeless = dakloos
  • to light = aansteken
  • lighter = aansteker
  • to stick = vast blijven zitten
  • servant = bediende
  • attic = zolder
  • roof = dak
  • study = studeerkamer