Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • food = eten/voedsel
  • meal = maaltijd
  • meat = vlees
  • beef = rundvlees
  • pork = varkensvlees
  • bone = bot
  • lamb = lamsvlees
  • meatball = gehaktbal
  • low-fat = vetarm
  • diet = dieet
  • piece = stukje
  • steak = lapje mager vlees
  • sausage = worstje
  • to fry = bakken
  • tough = taai
  • chicken = kip
  • butcher = slager
  • delicious = heerlijk
  • to taste = proeven / smaken
  • taste = smaak
  • tasty = smakelijk/lekker
  • pie = pasteitje
  • turkey = kalkoen
  • smell = reuk/geur
  • to smell = ruiken
  • vegetarian = vegetarisch
  • to contain = bevatten
  • drink = drankje
  • to freeze = (be)vriezen