Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to speak = spreken
  • to understand = verstaan; begrijpen
  • conversation = gesprek
  • to talk = praten
  • loud = luid
  • voice = stem
  • sound = geluid
  • to listen = luisteren
  • to repeat = herhalen
  • perfect = perfect; volmaakt
  • to mention = noemen
  • to shout = schreeuwen
  • pardon? = wat zegt u?
  • to speak to = spreken met; praten met
  • just a moment = een ogenblikje
  • to call back = terugbellen
  • this is X = (je spreekt) met X
  • subject = onderwerp
  • to sing = zingen
  • to discuss = bespreken
  • discussion = bespreking
  • silence = stilte
  • silent = stil
  • to interrupt = onderbreken
  • to mean = bedoelen