Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • confirmer = bevestigen
  • quant à = wat … betreft
  • réunir = bijeenbrengen
  • ravissant = beeldschoon
  • le coup de foudre = liefde op het eerste gezicht
  • entre autres = onder anderen / onder andere
  • pourtant = toch / echter
  • louer = huren
  • la réussite = het succes
  • tomber d’accord = het eens worden
  • promettre = beloven
  • le départ = het vertrek
  • la dizaine = het tiental
  • améliorer = verbeteren
  • s’ennuyer = zich vervelen
  • le chemin = de weg
  • venir de = zojuist
  • se rencontrer = elkaar ontmoeten
  • douloureux = pijnlijk
  • bronzer / prendre un bain de soleil = zonnen
  • avoir honte = zich schamen
  • le VTT / le vélo tout terrain = de mountainbike
  • quelques = een paar / enkele
  • paresser = luieren
  • sans les parents = zonder ouders
  • sortir en boîte = uitgaan
  • se baigner = zwemmen
  • au bord de la mer = aan zee
  • le maillot de bain = het badpak / de zwembroek
  • faire du camping = kamperen
  • la crème solaire = de zonnebrandcrème
  • le plan = de plattegrond