Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • louer = huren
  • revenir cher = duur uitkomen
  • nécessiter = vereisen
  • faire le tour = een rondreis maken
  • dans ce cas = in dat geval
  • se plaindre = klagen
  • le péage = de tol
  • l’essence = de benzine
  • le dépliant = de folder
  • la chambre d’hôtes = de bed and breakfast
  • rejoindre = komen bij / zich voegen bij
  • à moins que = tenzij
  • incroyable = ongelooflijk
  • confondre = door elkaar halen / verwarren
  • rural = plattelands / landelijk
  • quinze jours = twee weken
  • l’arrêt de bus = de bushalte
  • avoir l’intention de = van plan zijn om
  • une nuit de plus = nog een nacht
  • participer aux frais = bijdragen in de kosten
  • complet = vol
  • dans les plus brefs délais = zo spoedig mogelijk
  • empêcher = verhinderen
  • je suis désolé = het spijt me
  • ça ne marche pas = het doet het niet
  • faire une réclamation = een klacht indienen
  • résoudre = oplossen
  • être en panne = pech hebben
  • inadmissible = ontoelaatbaar
  • trouver une solution = een oplossing vinden