Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • témoigner de = getuigen van
  • la culture = de teelt
  • sauvage = wild
  • le liquide = het contant geld
  • le paysage = het landschap
  • le vol = de vlucht
  • l’itinéraire = de route
  • le permis de conduire = het rijbewijs
  • incontournable = onvermijdelijk
  • l’abolition = de afschaffing
  • l’esclavage = de slavernij
  • le décalage horaire = het tijdsverschil
  • le patrimoine = het erfgoed
  • le voilier = de zeilboot
  • agricole = agrarisch
  • se munir de = meenemen / bij zich hebben
  • le forfait = het arrangement
  • le cimetière = het kerkhof
  • l’altitude = de hoogte
  • le papillon = de vlinder
  • courant = gangbaar
  • l’Hexagone = (Europees) Frankrijk
  • subir = ondergaan
  • constituer = vormen
  • le périple = de rondreis
  • le dépaysement = de aangename verandering van gewoonten / de verandering van gewoonten
  • l’escale = de tussenlanding
  • en provenance de = afkomstig van / afkomstig uit
  • la frontière = de grens
  • à destination de = met bestemming van / met bestemming naar