Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • le congé = verlof
  • construire = bouwen
  • sensibiliser = bewust maken
  • être submergé de = bedolven worden door
  • annuel = jaarlijks
  • reculé = afgelegen
  • le collaborateur = de medewerker
  • l’espèce = de soort
  • désespérément = wanhopig
  • protéger = beschermen
  • l’association = de organisatie
  • quasiment = bijna / nagenoeg
  • remédier à = verhelpen / een einde maken aan
  • inaccessible = ontoegankelijk
  • à temps plein = voltijd
  • improbable = onwaarschijnlijk
  • maîtriser = beheersen
  • enrichir = verrijken
  • le repos = de rust
  • l’usine = de fabriek
  • recruter = werven
  • préciser = verduidelijken
  • futur = toekomstig
  • le témoignage = de getuigenis
  • l’indignation = de verontwaardiging
  • l’admiration = de bewondering
  • l’approbation = de goedkeuring
  • la déception = de teleurstelling
  • l’indifférence = de onverschilligheid
  • l’étonnement = de verbazing