Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • amoureux = verliefd
  • le village = het dorp
  • danser = dansen
  • le maire = de burgemeester
  • bienvenue = welkom
  • tout le monde = iedereen
  • une assiette = een bord
  • bon appétit = eet smakelijk
  • les frites = de patat
  • ne ... plus = niet meer
  • la salade = de sla / de salade / de sla, de salade
  • passer = doorgeven
  • la carafe = de karaf
  • s’il te plaît = alsjeblieft
  • grossir = dik worden
  • le bisou = de kus
  • embrasser = zoenen
  • un anniversaire = een verjaardag
  • bon anniversaire = gefeliciteerd
  • rigoler = lol hebben / lachen / lachen, lol hebben
  • la boisson = de drank / het drankje / de drank, het drankje
  • le paquet = het pak / de zak / het pak, de zak
  • les chips = de chips
  • préparer = bereiden / klaarmaken / klaarmaken, bereiden
  • le cd / le CD = de cd
  • demander = vragen
  • faire = maken / doen / maken, doen
  • aider = helpen
  • ranger = opruimen
  • nettoyer = schoonmaken
  • le supermarché = de supermarkt
  • le sachet = het zakje
  • une eau minérale = een mineraalwater
  • le litre = de liter
  • la cacahuète = de pinda
  • le sac poubelle = de vuilniszak
  • une invitation = een uitnodiging
  • s’occuper de = zorgen voor, zich bezighouden met / zorgen voor / zich bezighouden met
  • la décoration = de versiering
  • apporter = meebrengen
  • mettre = aantrekken
  • une adresse = een adres
  • la guirlande = de feestslinger
  • le gâteau = de taart
  • la bougie = de kaars
  • le nettoyage = de schoonmaak