Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • accueillir = ontvangen
  • partout = Overal
  • tous, toutes / tous / toutes = allen
  • chacun / chaque = ieder / iedereen
  • compter sur = rekenen op
  • précédent = voorgaand
  • dur = moeilijk, hard / moeilijk / hard
  • un célébrité = een beroemdheid
  • une enfance = een jeugd
  • se reposer = uitrusten
  • le monde = de wereld
  • oublier = vergeten
  • la remarque = de opmerking
  • un adversaire = een tegenstander
  • la vache = de koe
  • le préjugé = het vooroordeel
  • prochain = volgend(e), komend(e) / volgende, komende / volgend(e) / volgende / komend(e) / komende / volgend, komend / volgend / komend
  • s'occuper de = zich bezighouden met
  • s'améliorer = zich verbeteren
  • en général = over het algemeen