FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
ThiemeMeulenhoff
PulseOn
2 havo-vwo
Engels2_havo/vwo - Wild about nature - Jobs for the boys
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
to deliver
=
bezorgen
finished
=
klaar, af / klaar / af
wages
=
salaris
chocolate bar
=
chocoladereep
broke
=
blut
to employ
=
werk geven, in dienst nemen / werk geven / in dienst nemen
to give up
=
opgeven
gave up
=
gaf op, gaven op / gaf op / gaven op
given up
=
opgegeven
wildlife
=
natuur
local
=
plaatselijk
member
=
lid
normally
=
gewoonlijk
twice
=
twee keer
to count
=
tellen
birdÛªs nest
=
vogelnest
rare
=
zeldzaam
basically
=
feitelijk, in feite / feitelijk / in feite
criminal
=
misdadiger, crimineel / misdadiger / crimineel
to shoot
=
schieten
shot
=
schoot, schoten / schoot / schoten / geschoten
rabbit
=
konijn
to sell
=
verkopen
sold
=
verkocht, verkochten / verkocht / verkochten / verkocht
to steal
=
stelen
stole
=
stal, stalen / stal / stalen
stolen
=
gestolen
baby
=
jong
badly
=
ontzettend
freezing
=
ijzig
to turn
=
veranderen
ice
=
ijs
to save
=
sparen
brand new
=
gloednieuw
engine
=
motor
to ride
=
rijden
rode
=
reed, reden / reed / reden
ridden
=
gereden
private
=
priv̩, particulier / priv̩ / particulier
land
=
land
track
=
parcours, baan / parcours / baan
nature reserve
=
natuurgebied
legal
=
legaal
selfish
=
egoÌøstisch
comics
=
stripboeken, stripverhalen / stripboeken / stripverhalen
badger
=
das
poacher
=
stroper
quad bike
=
quad
4-stroke
=
viertakt