Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • festival = festival, feestdag / festival / feestdag
  • meaning = betekenis
  • to bring = brengen
  • brought = bracht, brachten / bracht / brachten
  • to open = uitpakken
  • to wear = dragen
  • wore = droeg, droegen / droeg / droegen
  • slippers = pantoffels
  • till = tot, totdat / totdat / tot
  • style = stijl
  • in trouble = in de problemen
  • at yours = bij jou thuis, bij jullie thuis / bij jou thuis / bij jullie thuis
  • Muslim = Moslim
  • loads = een heleboel
  • Eid = Suikerfeest
  • Ramadan = ramadan,vastenmaand / vastenmaand / ramadan
  • Boxing Day = tweede kerstdag
  • match / race = wedstrijd
  • donation box = collectebus
  • to hand out = uitdelen
  • theory = theorie
  • leftover = restje
  • servant = bediende
  • postman = postbode
  • dustman = vuilnisman
  • tip = fooi
  • fox hunting = vossenjacht
  • until = tot, totdat / tot / totdat
  • to ban = verbieden
  • store = winkel
  • yacht = jacht,zeiljacht / jacht / zeiljacht
  • race = wedstrijd, race / race
  • neighbour = buurman, buurvrouw / buurman / buurvrouw
  • boyfriend = vriendje, vriend / vriend / vriendje
  • to dream = dromen
  • dreamt = droomde, droomden / droomde / droomden
  • water-skiing = waterskiÌÇn
  • to mean = van plan zijn
  • to ring = opbellen
  • rang = belde op, belden op / belde op / belden op
  • to fly = vliegen
  • flew = vloog, vlogen / vloog / vlogen
  • UK = het Verenigd Koninkrijk
  • you lot = allemaal, jullie allemaal / allemaal / jullie allemaal
  • romance = romantiek
  • stocking = kous
  • fasting = het vasten
  • the homeless = de daklozen