Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to understand = begrijpen
  • understood = begreep, begrepen / begreep / begrepen / begrepen
  • to worry = dwarszitten
  • to end up = eindigen
  • to wipe = afnemen, schoonwrijven / afnemen / schoonwrijven
  • checkout = kassa
  • stressed = gestrest
  • to change = veranderen
  • to get something off your chest = je hart luchten over iets
  • scooter = scooter
  • Everywhere = Overal
  • to fix = repareren, laten repareren / repareren / laten repareren
  • suddenly = plotseling
  • to go out = uitgaan
  • biker = motorrijder, fietser / motorrijder / fietser
  • seriously = serieus
  • to get rid of = wegdoen, lozen / wegdoen / lozen
  • used to work = werkte vroeger
  • factory = fabriek
  • to close down = dichtgaan
  • to accuse = beschuldigen
  • anon (afkorting: anonymous) = anoniem
  • proof = bewijs
  • owner = eigenaar
  • in the end = uiteindelijk
  • to thank = bedanken
  • to hope = hopen
  • gay = homoseksueel, vrolijk / homoseksueel / vrolijk
  • relationship = relatie
  • insult = belediging
  • rant = scheldpartij, tirade / scheldpartij / tirade