Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • quiet = stil
  • to be fed up = het zat zijn
  • miserable = rot, vreselijk / rot / vreselijk
  • term = trimester, periode op school / trimester / periode op school
  • nasty = gemeen
  • others = anderen
  • to advise = adviseren
  • important = belangrijk
  • huge = reusachtig
  • lead = riem, halsband / riem / halsband
  • way = weg
  • path = pad
  • river = rivier
  • back up = weer terug
  • through = door
  • gate = hek
  • to turn right = rechtsaf gaan
  • lane = weggetje
  • shut = gesloten
  • weird = vreemd
  • watch = horloge
  • walk = wandeling
  • woods = bos
  • to bark = blaffen
  • expensive-looking = duur uitziend
  • to relax = ontspannen