Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • already = al
  • cheap = goedkoop
  • different = verschillend
  • everyone = iedereen
  • expensive = duur
  • food = eten
  • free = gratis
  • to leave = weggaan
  • to lend = lenen
  • money = geld
  • to need = nodig hebben
  • of course = natuurlijk
  • still = nog
  • to talk = praten
  • too = ook