Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • drop = daling
  • involved in = betrokken bij
  • to trigger = in gang zetten
  • anxiety = onrust, angst / angst, onrust / onrust / angst
  • fracture = botbreuk
  • review = beoordeling
  • expectation = verwachting
  • extensive = uitgebreid
  • to impede = hinderen
  • progress = voortgang
  • to halt = stilzetten, stoppen / stoppen, stilzetten / stoppen / stilzetten
  • delivery = afgifte
  • key = zeer belangrijk
  • hostile = vijandig
  • practitioner = arts
  • to communicate / to convey = overbrengen
  • accuracy = precisie
  • distinct = duidelijk verschillend, afzonderlijk / afzonderlijk, duidelijk verschillend / duidelijk verschillend / afzonderlijk
  • disgust = afkeer, hevige ergernis / hevige ergernis, afkeer / hevige ergernis / afkeer
  • gratitude = dankbaarheid
  • sympathy = medeleven
  • to indicate = erop wijzen
  • sophisticated = verfijnd