FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
3 t-havo-vwo
3 blue-Unit3-Lesson11
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
witty
=
geestig
to receive
=
ontvangen
show-off
=
uitslover
item
=
stelletje, paartje / stelletje / paartje
sympathetic
=
sympathiek
in writing
=
op papier, zwart op wit / op papier / zwart op wit
to get at / got / got
=
bedoelen
to mean / meant / meant
=
bedoelen / bedoelde / bedoeld
messy
=
rommelig
as
=
zoals
heavy
=
serieus
to become / became / become
=
worden / werd / geworden
depressed
=
depressief
to admit
=
toegeven
to lose weight
=
afvallen
baggy
=
wijd, slobberig / wijd / slobberig
size
=
maat
skinny
=
mager / strak
obsessed
=
geobsedeerd
fitness
=
fitness
for ages
=
al heel lang
to be able
=
kunnen, in staat zijn / kunnen / in staat zijn
to approve of
=
goedkeuren, mee eens zijn / goedkeuren / mee eens zijn
market stall
=
marktkraam
designer
=
ontwerper
denim
=
spijkerstof, denim / spijkerstof / denim
industry
=
industrie
to create
=
creëren, lanceren / creëren / lanceren
label
=
merk
initials
=
beginletters
pathetic
=
zielig
retail therapy
=
therapeutisch winkelen
interviewee
=
persoon die geïnterviewd wordt
bootleg
=
recht
flared
=
uitlopend