Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to swear / swore / sworn = zweren / zweerde / gezworen
  • bear = beer
  • to remind = doen denken aan
  • bar = café, kroeg / café / kroeg
  • barman = barkeeper
  • to laugh off = weglachen
  • to share = delen
  • worries = zorgen
  • to depress = depressief maken
  • to involve = betrekken bij
  • pale = bleek
  • to feel / felt / felt = voelen / voelde / gevoeld
  • unwell = niet in orde
  • to sympathize = sympathiseren, begrip tonen / sympathiseren / begrip tonen
  • round here = hier
  • columnist = columnist
  • agony aunt = vrouw die lezersvragen beantwoordt
  • case = geval
  • sympathy = medeleven
  • convinced = overtuigd
  • leather = leer
  • wallet = portemonnee
  • cash = contant geld
  • racket = racket
  • valuables = kostbaarheden
  • choir practice = koorrepetitie
  • pocket = zak
  • trousers / a pair of trousers = broek
  • changing room = kleedkamer
  • lunchtime = tussen de middag, etenstijd / tussen de middag / etenstijd
  • suspicious = verdacht
  • cleaner = schoonmaker
  • caretaker = conciërge
  • to fix = repareren
  • broken = kapot
  • radiator = radiator
  • thief = dief
  • counselling = goede raad
  • tracksuit = trainingspak
  • to distract = afleiden