FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
2 t-havo-vwo
2 blue-Unit2-Lesson6
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
everybody
=
iedereen
by now
=
langzamerhand
publicity
=
publiciteit
playground
=
plein, schoolplein / plein / schoolplein
rubbish tip
=
vuilnisbelt
untidy
=
rommelig
mess
=
rommel, zootje / rommel / zootje
paint
=
verf
spray
=
spuitbus
tidy
=
netjes
campaign
=
actie, campagne / actie / campagne
to spit
=
spugen
spat
=
spuugde, spuugden / spuugde / spuugden
ground
=
grond
cheeky
=
brutaal
sin
=
misdaad
to throw
=
gooien
threw
=
gooide, gooiden / gooide / gooiden
terrible
=
vreselijk, verschrikkelijk / vreselijk / verschrikkelijk
to put
=
stoppen
put
=
stopte, stopten / stopte / stopten
bin
=
afvalbak
to become
=
worden
became
=
werd, werden / werd / werden
unpopular
=
impopulair
off
=
weg, ervandoor / weg / ervandoor
anti
=
anti
litter
=
afval, rommel / afval / rommel
to clean up
=
opruimen, schoonmaken / opruimen / schoonmaken
except
=
behalve
to laugh at
=
lachen om, uitlachen / lachen om / uitlachen
surprised
=
verbaasd
way
=
manier
to contact
=
contact opnemen met
to have got to do with
=
te maken hebben met
graffiti
=
graffiti
to chew
=
kauwen
to pollute
=
vervuilen
pavement
=
trottoir