FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
1 t-havo-vwo
1 blue-Unit8-Lesson38
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
to invite
=
uitnodigen
abroad
=
naar het buitenland
exciting
=
opwindend
special
=
speciale aanbieding
flight
=
vlucht
deal
=
aanbieding
to delay
=
vertragen, uitstellen / vertragen / uitstellen
to go in
=
naar binnen gaan
went in
=
ging naar binnen
media
=
media
travel agent
=
reisbureau
manager
=
baas, bedrijfsleider / baas / bedrijfsleider
advert
=
advertentie
window
=
etalage
brochure
=
folder, brochure / folder / brochure
available
=
beschikbaar, verkrijgbaar / beschikbaar / verkrijgbaar
accommodation
=
logies, accomodatie / logies / accomodatie
single ticket
=
enkeltje
each
=
per stuk
to include
=
bevatten, inclusief zijn / bevatten / inclusief zijn
airport
=
luchthaven
tax
=
belasting
return
=
retour
to plan
=
plannen
trip
=
reis
to waste
=
verspillen
to collect
=
ophalen
dollar
=
dollar
to bring over
=
meenemen
brought over
=
nam mee
to wonder
=
zich afvragen
skiing instructor
=
skileraar
at the time
=
toen
to snowboard
=
snowboarden
cut price
=
afgeprijsd
Big Apple
=
New York
princess
=
prinses
web address
=
internetadres
to spot
=
zien, opmerken / zien / opmerken
to rent
=
huren