Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • come over here = kom hierheen
  • mobile = mobieltje
  • call = bellen
  • signal = signaal, bereik / signaal / bereik
  • scream = gillen, schreeuwen / gillen / schreeuwen
  • touch = aanraken
  • RSPCA = dierenbescherming
  • track = opsporen
  • somebody = iemand
  • leave alone = met rust laten
  • get away = ga weg
  • move = bewegen
  • helicopter = helikopter
  • guess = raden, denken / raden / denken
  • dangerous = gevaarlijk
  • gun = geweer
  • knock out = verdoven
  • hear = horen
  • got it = hebbes, ik heb hem / hebbes / ik heb hem
  • worried = bezorgd