Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • cash register / checkout = kassa / kasregister
  • security = veiligheid / beveiliging
  • stock control = voorraadbeheer
  • sales = afzet
  • market share = marktaandeel
  • to summarise = samenvatten
  • competitor = concurrent
  • to make a request = een verzoek doen
  • item on the agenda = agendapunt
  • experience economy = belevingseconomie
  • shopping experience = koopervaring
  • raw material = grondstof
  • trainee = stagiair
  • supplier = leverancier
  • delivery service = bezorgdienst
  • to cease / to halt = stopzetten
  • emergence = opkomst / het opkomen
  • high street = winkelstraat
  • to draw customers = klanten trekken / klanten lokken
  • gadget = apparaatje / hebbedingetje / snufje
  • subscription = abonnement
  • launch = lancering
  • to have access to = toegang hebben tot
  • stationery = kantoorbehoeften
  • potential buyer = potentiële koper