FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Taalblokken Engels
A2-B1 Leerwerkboek en Online
TBEN–B1-H1-Reading
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
the amount
=
de hoeveelheid
the calorie
=
de calorie
the crisps
=
de chips
the diet
=
het dieet
the ingredient
=
het ingrediënt
the dash
=
een snufje
the muscle
=
de spier
natural
=
natuurlijke
simple
=
eenvoudig;simpel
advise
=
adviseren
the choice
=
de keuze
curse
=
vervloeken;verwensen
the death
=
de dood
delete
=
verwijderen;deleten
either… or
=
dit of …
the joke
=
de grap
safe
=
veilig
scare
=
bang maken
wasted
=
verspillen
abroad
=
buitenland
allow
=
toestaan;goedvinden
apart from
=
behalve;afgezien van
approve
=
goedkeuren;autoriseren
the area
=
het gebied
the border
=
de grens
the cabin
=
de cabine
the carrier
=
de luchtvaartmaatschappij
the certificate
=
het certificaat
count
=
tellen
depend on something
=
van iets afhangen
the guide dog
=
de blindengeleidehond
normally
=
gewoonlijk
the owner
=
de eigenaar
the result
=
het resultaat
the rule
=
de regel
successful
=
succesvol
the test
=
de test
the transport
=
het transport
the vet
=
de dierenarts
the battle
=
de strijd
the female
=
de vrouw
tune in
=
afstemmen
access
=
toegang hebben tot
the account
=
de rekening
connect
=
verbinden
the criminal
=
de crimineel
the currency
=
de valuta
demand
=
vragen
destroy
=
vernietigen
fortunately
=
gelukkig
the goods
=
de goederen
install
=
installeren
protect
=
beschermen
realize
=
realiseren
subscribe
=
abonneren
the target
=
het doelwit;het doel
the tax
=
de belasting
threaten
=
dreigen
transfer
=
overplaatsen
valuable
=
waardevol
the value
=
de waarde
the condition
=
de staat
unlocked
=
ontgrendeld;open
in advance
=
van tevoren
the individual
=
het individu
note
=
opmerken
the VAT
=
de BTW
the attention
=
de aandacht
cause
=
veroorzaken
convince
=
overtuigen
the depth
=
de diepte
the description
=
de beschrijving
the distraction
=
de afleiding
the dozen
=
het dozijn
dull
=
saai
the environment
=
de omgeving;het milieu
explore
=
ontdekken
in particular
=
in het bijzonder
the interest
=
interesse
rarely
=
zelden;bijna nooit
the society
=
de gemeenschap
surround
=
omgeven
unable
=
niet in staat zijn
waste
=
vervuilen