Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • agitated = gestrest / nerveus
  • beneficiary = belanghebbende
  • convention = conferentie
  • curative = genezend
  • detached = objectief
  • dispossession = onteigening
  • encompassing = veelomvattend
  • erase = wissen
  • erode = uithollen
  • expansion = uitbreiding / groei
  • facilitate = vergemakkelijken / faciliteren
  • gag = de mond snoeren
  • host of = flink aantal
  • imperative = verplichting
  • imposition = oplegging
  • incomprehension = onbegrip
  • indigenous = inheems / oorspronkelijk
  • influx = toevloed
  • merge = fuseren
  • omnipotence = almacht
  • parochial = burgerlijk / kleinburgerlijk
  • reciprocal = wederzijds
  • transparent = duidelijk / helder
  • unambiguous = eenduidig