FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-5vwo
Ofcourse3-5vwo-H4-NE (Nieuw)
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
purchase
=
aankoop / kopen
contractor
=
aannemer
negligence
=
achteloosheid
notice / message
=
bericht
beyond
=
buiten / verder dan
ensure
=
garanderen / instaan voor
warranty
=
garantie
collectively
=
gezamenlijk
grab
=
vastgrijpen / grijpen
fee
=
honorarium
mortgage
=
hypotheek
submit
=
indienen
verbal
=
mondeling
explore
=
onderzoeken / verkennen
receipt
=
ontvangstbewijs
flee
=
ontvluchten
evade
=
ontwijken
cancellation
=
opzegging / annulering
similarity
=
overeenkomst
trial
=
proef / test
consult
=
raadplegen
damages
=
schadevergoeding
trail
=
spoor
contradict
=
tegenspreken
premises
=
terrein
apply to
=
van toepassing zijn op
stunned
=
verbijsterd
renewal
=
verlenging
obligation
=
verplichting
due
=
verschuldigd
representative
=
vertegenwoordiger
is due
=
wordt verwacht
prior to
=
voorafgaand aan
terms
=
voorwaarden
facilities
=
voorzieningen
observation
=
waarneming
misbehaviour
=
wangedrag
whatsoever
=
welke dan ook
employee
=
werknemer
handle
=
aanpakken
arguably
=
aantoonbaar
manageable
=
beheersbaar
global
=
wereld
accompanying
=
bijbehorend
set goals
=
doelen stellen
previously
=
daarvoor / eerder
massive / huge
=
enorm
dwell on
=
even stilstaan bij
scholar
=
geleerde
be inclined
=
geneigd zijn
resume
=
hervatten
shrink
=
krimpen
vulnerable
=
kwetsbaar
compassion
=
medeleven
measure
=
meten
drawback
=
nadeel
accuracy
=
nauwkeurigheid
whether you like it or not
=
of je het nu leuk vindt of niet
distinguish
=
onderscheid maken
instantly
=
onmiddellijk
denial
=
ontkenning
touching
=
ontroerend
undeserving
=
onterecht
judgment
=
oordeel
on application
=
op aanvraag
startled
=
opgeschrikt
down-to-earth
=
praktisch en realistisch
board
=
raad van bestuur
guideline
=
richtlijn
cultivation
=
teelt
emerge
=
tevoorschijn komen
demanding
=
veeleisend
phenomenon
=
verschijnsel
horrid
=
afschuwelijk / vreselijk
generous
=
royaal / vrijgevig
random / arbitrary
=
willekeurig
distaste
=
afkeer
disgust
=
afschuw / walging
foundation
=
basis
blush
=
blozen
width
=
breedte
go through the roof
=
de pan uitrijzen
matter
=
ertoe doen
convenient
=
gemakkelijk
varied
=
gevarieerd
saying
=
gezegde
manual
=
handleiding
effort
=
inspanning
degree
=
mate
involve
=
met zich meebrengen
potential
=
mogelijkheid
downhearted
=
neerslachtig
awe
=
ontzag
in third place
=
op de derde plaats
alert
=
oplettend
overwhelmed
=
overweldigend
mark tests
=
proefwerk nakijken
moderately
=
redelijk
wealth
=
rijkdom
scale / shell
=
schaal
display
=
scherm
drag
=
slepen
truant
=
spijbelaar
staircase
=
trap
term
=
trimester / semester
radiate
=
uitstralen
pronounce
=
uitroepen tot
humiliated
=
vernederd
sophisticated
=
ver ontwikkeld
square
=
vierkant
meet
=
voldoen aan
for the time being
=
voorlopig
distrust
=
wantrouwen
self-assured
=
zelfverzekerd
be self-conscious about
=
zich ongemakkelijk voelen over
concept
=
concept / begrip
concrete
=
betonnen
browse
=
bladeren
bid
=
bod
That beats everything!
=
Dat slaat alles!
conceivable
=
denkbaar
accordingly
=
dienovereenkomstig
force
=
dwingen
strained
=
gespannen
hazard
=
gevaar
socialize
=
het gezellig hebben
chunk
=
homp / brok
ingest
=
inslikken / innemen
thrill
=
kick / opwinding
cater
=
leveren van voedsel / eten verzorgen
rewarding
=
lonend / voldoening gevend
by trial and error
=
met vallen en opstaan
reportedly
=
naar verluidt
reflect
=
nadenken
reception
=
ontvangst / onthaal
incentive
=
prikkel / aansporing
upright
=
rechtop
beg for
=
smeken om
plug
=
stekker
wall socket
=
stopcontact
trip
=
struikelen
provoke
=
uitlokken
mistake
=
verkeerd begrijpen
declaration
=
verklaring
indignant
=
verontwaardigd
sue
=
vervolgen (gerechtelijk) / vervolgen
speck
=
vlek
odd
=
vreemd / eigenaardig
deposit
=
aanbetaling
stocks / shares
=
aandelen
answering machine
=
antwoordapparaat
enclosed
=
bijgesloten
above
=
bovenstaand
gross
=
bruto
flexible
=
buigzaam / flexibel
competitive
=
concurrerend
various
=
diverse / verschillende
across
=
dwars door / door
manufacturer
=
fabrikant
invoice
=
factuur
broke
=
failliet
benefit
=
goeddoen
trademark
=
handelsmerk / typisch kenmerk
let alone
=
laat staan
run
=
laten draaien
fellow pupils
=
medeleerlingen
net
=
netto
turnover
=
omzet
unreliable
=
onbetrouwbaar
needless
=
onnodig
return
=
opbrengst
legal support
=
rechtshulp
run into debt
=
schulden maken
stroll
=
slenteren
booming
=
snelgroeiend
disorder
=
stoornis
at the expense of
=
ten koste van
happen to
=
toevallig
carry out
=
uitvoeren
pitfall
=
valkuil
disturbing
=
verontrustend
obligatory
=
verplicht
confidential
=
vertrouwelijk
via
=
via
prospect
=
vooruitzicht
tissue
=
weefsel