Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • afterlife = hiernamaals
  • ancient = zeer oud
  • artefact = kunstvoorwerp
  • carving = gravure / snijwerk
  • certified = bevoegd / gediplomeerd
  • to claim = opeisen / eisen
  • decade = decennium / periode van 10 jaar
  • decayed / derelict = vervallen
  • defeat = nederlaag
  • on display = tentoongesteld
  • to embark on = beginnen aan
  • endurance = uithoudingsvermogen
  • excavation = opgraving / uitgraving
  • life raft = reddingsvlot
  • marble = marmer / marmeren
  • passion = hartstocht / hevig verlangen
  • to preserve = bewaren
  • prodigy = wonderkind
  • pursuit = bezigheid
  • runner-up = tweede (in een race) / tweede
  • storage = opslag
  • stroller = wandelwagen (AE) / wandelwagen
  • to take refuge = schuilplaats zoeken
  • tracksuit = trainingspak
  • vibrant = levendig
  • victory = overwinning
  • armed with = bewapend met
  • blinds = rolgordijn
  • to be charged with = beschuldigd zijn van
  • clue = aanwijzing
  • crook = oplichter
  • defendant / suspect = verdachte
  • dismayed = ontsteld / onthutst
  • to encounter = ondervinden / tegenkomen
  • heinous = gruwelijk
  • hostility = vijandelijkheid
  • imminent = dreigend
  • inclined = geneigd
  • inmate = gevangene
  • to interrogate = ondervragen
  • to pursue = achtervolgen
  • to put up with = verdragen
  • to register = inschrijven
  • resident = inwoner
  • sentence = vonnis
  • sinister = onheilspellend / onguur
  • solicitor = advocaat
  • theft = diefstal
  • unqualified = onbevoegd
  • to accommodate = plaats hebben voor / onderdak bieden aan
  • to bank on = rekenen op
  • bash = feest / fuif
  • to cater for / to cater to = bedienen / zich richten op
  • county = gewest (AE) / gewest
  • custom-made = op maat gemaakt / op bestelling gemaakt
  • disdainful = minachtend
  • episode = aflevering
  • to excel = uitblinken
  • exile = ballingschap
  • to feature = de hoofdrol spelen
  • flattery = gevlei
  • gathering = bijeenkomst
  • to haggle = kibbelen / afdingen
  • to herd = hoeden / samendrijven
  • lavish = overdadig
  • modesty = bescheidenheid
  • mortgage = hypotheek
  • outrageous = buitensporig / schandalig
  • permanently = blijvend / voorgoed
  • to retail = te koop zijn
  • soiree = avondfeest
  • spokesman = woordvoerder
  • spree = korte periode van flink genieten
  • sundae = ijscoupe / sorbet
  • tub = vat
  • ungrateful = ondankbaar
  • to wear off = minder worden
  • whim = gril / bevlieging
  • to wrap = inpakken
  • to adapt = zich aanpassen
  • aspiring = ambitieus
  • to cease = ophouden
  • citizenship = burgerschap
  • constituency = kiesdistrict
  • deceased = overledene
  • to enable = in staat stellen
  • grumpy = knorrig
  • to maintain = onderhouden
  • mankind = mensheid
  • MP / Member of Parliament = parlementslid
  • passionate = hartstochtelijk
  • pitfall = valstrik / valkuil
  • posterity = nageslacht
  • scam = oplichterij
  • to spot = zien / ontdekken
  • temp = uitzendkracht
  • trade union = vakbond
  • abbreviation = afkorting
  • accurate = nauwkeurig
  • briefing = bijeenkomst voor informatie of instructies / briefing
  • to enhance = verbeteren / versterken
  • to ensure = verzekeren
  • extensive = uitgebreid
  • gesture = gebaar
  • harsh / severe = streng
  • incoherent = onsamenhangend
  • increasingly = steeds meer
  • merely = slechts / alleen maar
  • moderate = matig
  • numerous = talrijk
  • to recruit = werven
  • regardless of = ongeacht
  • rumour = gerucht
  • similar = bijna dezelfde / ongeveer dezelfde
  • substantial = flink / aanzienlijk
  • sufficient = voldoende
  • thorough = grondig
  • trivial = onbelangrijk
  • virtually = vrijwel
  • walks of life = rangen en standen