FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-4vwo
Ofcourse3-4v-H1-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
to acquire
=
krijgen
conception
=
opvatting / idee
consent
=
goedkeuring
to direct at / to focus on
=
richten op
disability
=
handicap
to dispute
=
het oneens zijn met
to distinguish
=
onderscheid maken
elaborate
=
uitgebreid
event
=
sportonderdeel / nummer
to face
=
het hoofd bieden aan
freighter
=
vrachtschip
to implement
=
uitvoeren
to insist
=
erop aandringen / erop staan
to perceive
=
waarnemen / zien
proposal
=
(een formeel) voorstel / voorstel
to quote
=
citeren
rapturous
=
opgetogen
to resist
=
zich verzetten tegen
to stitch
=
naaien
to take up
=
beginnen aan / oppakken
tangled
=
in de war / in de knoop
valid
=
geldig
vessel
=
vaartuig
to affect
=
treffen
to aim / to aspire
=
ernaar streven
to alternate
=
afwisselen
blister
=
blaar
charitable
=
liefdadigheids
civilization
=
beschaving
to conduct
=
uitvoeren / verrichten
to counter
=
weerleggen / tegenspreken
cultivation
=
verbouwing
dedicated to
=
toegewijd aan
to depict
=
beschrijven
to derive from
=
afleiden uit
to deteriorate
=
verslechteren
empathy
=
inlevingsvermogen
famine
=
hongersnood
funds
=
geldmiddelen
globalization
=
wereldwijde verspreiding
legitimate
=
redelijk
impoverished
=
verpauperd / arm
to intervene
=
tussenbeide komen
perception of
=
kijk op
phenomenon
=
verschijnsel
to resume
=
hervatten
to reveal
=
onthullen
stereotype
=
vooringenomen idee
suburban
=
in een voorstad / van een voorstad
to access
=
toegang krijgen tot
to anticipate
=
verwachten
appalled
=
ontsteld
aspiration
=
doel / verlangen
autograph
=
handtekening
bin
=
vuilnisbak
bunch
=
groep
confirmation
=
bevestiging
to consider
=
beschouwen als
controversial
=
omstreden
devoted
=
toegewijd
distinct
=
duidelijk
engaged
=
bezig
heir / heiress
=
erfgenaam / erfgename
outright
=
meteen
to pervert
=
bederven
to presume
=
aannemen
to pretend
=
doen alsof
to recall
=
zich herinneren
to reflect
=
weergeven
to resent
=
kwalijk nemen
to resolve
=
oplossen
to be startled
=
schrikken
tedious
=
saai
union
=
vakbond / bond
to acknowledge
=
erkennen
to censor
=
ongewenste delen schrappen / censureren
to consist of
=
bestaan uit
draft
=
eerste versie
to edit
=
bewerken / persklaar maken
to emerge
=
tevoorschijn komen
to explore
=
onderzoeken / verkennen
faith
=
vertrouwen
from scratch
=
helemaal opnieuw
gig
=
eenmalig muziekoptreden / eenmalig optreden
illegible
=
onleesbaar
inane
=
dom en inhoudloos
narrator
=
verteller (in een boek, film) / verteller
notable
=
opmerkelijk, opvallend
to outline
=
in grote lijnen weergeven
outline
=
samenvatting
to pace up and down
=
ijsberen / op en neer lopen
to be passionate about
=
dol zijn op
to pick on
=
afgeven op iemand / vitten op iemand
realm
=
gebied (van activiteit, belangstelling) / gebied
to spark
=
plotseling doen ontstaan
springboard
=
springplank
to stray
=
afdwalen
to be the support act for
=
in het voorprogramma staan van
vicious
=
zeer gemeen
attendance
=
aanwezigheid
spoiled brat
=
vervelend kind
to circulate
=
verspreiden
to claim
=
beweren
contagious
=
besmettelijke
to contradict
=
tegenspreken
curfew
=
avondklok
data
=
gegevens
to disapprove of
=
afkeuren
dissenter
=
andersdenkende
to found
=
oprichten
genuine
=
echt
gossip
=
roddel
to graduate
=
afstuderen
grumbling
=
gemopper
to highlight
=
benadrukken
to impose
=
opleggen
in italics
=
schuingedrukt
injustice
=
onrecht
originally
=
aanvankelijk
punctual
=
op tijd aanwezig
remorse
=
erge spijt
resolute
=
vastberaden
sophomore
=
tweedejaars student aan een Amerikaanse universiteit
tabloid
=
roddelblad
topic
=
onderwerp
verbal
=
mondeling