FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-4vwo
Hoofdstuk 6
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
decline
=
achteruitgang
occasionally
=
af en toe
primary school
=
basisschool
reward
=
beloning
judge
=
beoordelen
achieve
=
bereiken
celebrity
=
beroemdheid
available
=
beschikbaar
involved
=
betrokken
claim
=
beweren
contribute to
=
bijdragen aan
turn out
=
blijken (te zijn) / blijken
things that matter
=
dingen die ertoe doen
end in itself
=
doel op zich
by means of
=
door middel van
a 15-year-old boy
=
een 15-jarige jongen
play a part
=
een rol spelen
the day before yesterday
=
eergisteren
property
=
eigendom
behaviour
=
gedrag
have in common
=
gemeen hebben
fence
=
hek
recognize
=
herkennen
It's part of the game.
=
Het hoort er nu eenmaal bij.
aged 10 to 25
=
in de leeftijd van 10-25 jaar
impact
=
invloed
annual
=
jaarlijks
goal
=
doel
You've hit the nail on the head.
=
Je slaat de spijker op zijn kop.
complain
=
klagen
slight
=
licht / klein
rude
=
lomp / onbeleefd
majority
=
meerderheid