FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-5havo
Ofcourse3-5h-H8-EN ->
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
adept at
=
goed in
beneficial
=
goed / gunstig
browser
=
zoekmachine
demanding
=
veeleisend
detergent
=
wasmiddel
dignity
=
waardigheid
display
=
visuele weergave
distort
=
verdraaien
embark on
=
beginnen aan (iets uitdagends) / beginnen aan
enhance
=
verbeteren
flawed
=
gebrekkig
liability
=
blok aan het been
loiter
=
treuzelen
mounting
=
toenemend
multiple
=
meerdere
opt out of
=
opzeggen
pervasive
=
doordringend
soar
=
snel stijgen
sordid
=
smerig / weerzinwekkend
subscription
=
abonnement
susceptible to
=
gevoelig voor
sustain
=
in stand houden
targeted at
=
gericht op
track
=
volgen
attain
=
bereiken
cash-desk
=
kassa
CEO / chief executive officer
=
algemeen directeur
commitment
=
enorme inzet
compost
=
composteren
conceive
=
bedenken
conservation
=
milieubeheer / milieubehoud
convene
=
samenroepen
crafty
=
slinks / sluw
divert
=
omleiden
elaborate
=
uitgebreid
frail
=
zwak
incorporate
=
opnemen
infinite
=
oneindig
landfill
=
stortplaats
momentum
=
kracht / groei
pilot
=
proef
poignant
=
nijpend / urgent
process
=
verwerken
redundant
=
overtollig
sewage
=
rioolwater
shoddy
=
slecht / van slechte kwaliteit
soil
=
aarde / grond
stakeholder (AE) / stakeholder
=
aandeelhouder
symposium
=
bijeenkomst van deskundigen
trait
=
karaktertrek
compromise
=
in gevaar brengen
horrendous
=
afgrijselijk / schokkend
incarcerate
=
opsluiten
law-abiding
=
gehoorzaam aan de wet
prompt
=
ertoe brengen
reform
=
verbeteren (door te veranderen) / verbeteren
rehabilitation
=
re-integratie
sophisticated
=
ver ontwikkeld
spouse
=
echtgenoot / echtgenote
subsequently
=
vervolgens
arduous
=
zwaar / inspannend
banal
=
alledaags
circulation
=
oplage
cleric
=
geestelijke
compassionate
=
meelevend
crucial
=
doorslaggevend
deprived of
=
beroofd van
dispersal
=
uiteendrijving / het uit elkaar gaan
dwindle
=
afnemen
facilitate
=
vergemakkelijken
frantic
=
razend
graveyard
=
begraafplaats
groom
=
kammen en schoonhouden
hapless
=
ongelukkig
impose
=
opleggen
inane
=
dom / inhoudloos
judgemental
=
veroordelend
patron
=
bezoeker van een café of restaurant
quest
=
zoektocht
reciprocal
=
wederzijds
recollection
=
herinnering
roam
=
ronddwalen door / ronddwalen over
subjected to
=
onderworpen aan
totter
=
waggelen
to be trapped
=
vastzitten
bar
=
balk
compulsive
=
dwangmatig
corporate
=
bedrijfs
deluge
=
stortvloed
edit
=
bewerken
ludicrous
=
belachelijk
peninsula
=
schiereiland
render
=
maken
reversal
=
ommekeer
size up
=
zich een mening vormen over / inschatten
benchmark
=
standaard / maatstaf
boot camp
=
strafkamp
convenience food
=
diepvriesmaaltijd / kant-en-klaarmaaltijd
eliminate
=
uit de weg ruimen
endorsement
=
goedkeuring / steun
enlist
=
aannemen
expertise
=
deskundigheid
host
=
presenteren
kick off
=
aftrap
launch
=
starten / in gang zetten
legislative
=
wetgevend
lose count
=
tel kwijtraken
make a commitment
=
belofte doen / verplichting aangaan
pediatrics
=
kindergeneeskunde
persist
=
volharden
persistent
=
blijvend / aanhoudend
poll
=
opiniepeiling
proliferation
=
toename
prolong
=
verlengen
prowess
=
dapper gedrag
raise
=
inzamelen / ophalen
rigorous
=
streng
secure
=
veiligstellen
sportsmanship
=
sportiviteit
stock
=
in voorraad hebben
tailored to
=
op maat gemaakt voor
vending machine
=
automaat
vigorous
=
energiek
warrant
=
rechtvaardigen