Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • aanpassing = adjustment
  • afhankelijk van = dependent
  • iemand bezighouden / bezighouden = entertain
  • fout = fault
  • gewicht = weight
  • het gezellig hebben = socialize
  • handhaven = maintain
  • inhuren = hire
  • kabel = wire
  • krantenkop = headline
  • neiging = tendency
  • ondanks = despite
  • ongeacht = regardless of
  • online winkelen = to shop online
  • opdracht = assignment
  • opladen = recharge
  • opluchting = relief
  • reeks = range
  • reserveren = reserve
  • smeken om = beg for
  • steeds meer = increasingly
  • stekker = plug
  • stopcontact = wall socket
  • uitvinding = invention
  • uitzendkracht = temp
  • vallen en opstaan = trial and error
  • vastleggen = record
  • verschaffen / leveren = provide
  • vertrouwen op = rely on
  • aanvragen = apply for
  • behandeling = treatment
  • daarvoor / vroeger = previously
  • diepgaand / ingrijpend = profound
  • een rechtszaak aanspannen = go to court
  • flauwvallen = faint
  • genezen / beter maken = cure
  • goed doen / ten goede komen = benefit
  • grootste / belangrijkste = primary
  • huisarts = GP
  • koorts = fever
  • lijnen = slim
  • methode / procedure = procedure
  • mogelijk = potentially
  • stoornis = disorder
  • toestemming = permission
  • uitkiezen = select
  • uitvoeren = carry out
  • verwonding / blessure = injury
  • voorkómen = prevent
  • voortijdig = premature
  • zorg = concern