FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-4havo
Ofcourse3-4h-H3-NE (Nieuw)
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
to play a sport
=
aan sport doen
furthermore
=
bovendien / verder
moreover
=
bovendien
participation
=
deelname
however
=
echter
first aid
=
eerste hulp
to look forward to
=
ernaar uitzien om te
growth
=
groei / toename
rude
=
grof
GP
=
huisarts
increasingly
=
in toenemende mate / steeds meer
headlines
=
krantenkoppen
nevertheless
=
niettemin
in spite of
=
ondanks
reckless
=
roekeloos
voucher
=
tegoedbon
conventional
=
traditioneel
challenge
=
uitdaging
to intend to
=
van plan zijn om
spare time
=
vrije tijd
health insurance
=
ziektekostenverzekering
to fall ill
=
ziek worden
lighter
=
aansteker
to write off
=
afschrijven
to scare
=
bang maken
to offend
=
beledigen
aware of
=
bewust van
apparently
=
blijkbaar
to monitor
=
controleren (langere tijd) / controleren
aim
=
doel
crowded
=
druk
branch
=
filiaal
formula
=
formule
armed robbery
=
gewapende overval
violent
=
gewelddadig
peer pressure
=
groepsdruk
primarily
=
hoofdzakelijk
current
=
huidig
housework
=
huishoudelijk werk
to abandon
=
in de steek laten
in particular
=
in het bijzonder
to decorate
=
inrichten
to gain insight into
=
inzicht krijgen in
petty crime
=
kleine wetsovertreding
charity
=
liefdadigheidsinstelling
waist
=
middel
at least
=
minstens
inevitable
=
onvermijdelijk
remarkably
=
opmerkelijk
to persuade
=
overhalen
to be convinced of
=
overtuigd zijn van
appropriate
=
passend / geschikt
suburban
=
provinciaal (niet-stedelijk) / provinciaal
shelves
=
schap (in een winkel) / schap
pavement
=
stoep / trottoir
naughty
=
stout / ondeugend
carpentry
=
timmeren
yet
=
toch / niettemin
access to
=
toegang tot
skill
=
vaardigheid
confused
=
verward / in de war
voluntary
=
vrijwillig
to refuse
=
weigeren
random
=
willekeurig
independent
=
zelfstandig
to cope with
=
zich staande houden
to threaten
=
bedreigen
quite
=
behoorlijk
to reach
=
bereiken
to involve
=
betrekken
to claim
=
beweren
obsessed with
=
bezeten van
end in itself
=
doel op zich
across the country
=
door het land
by means of
=
door middel
thousands of
=
duizenden
to play a part
=
een rol spelen
the day before yesterday
=
eergisteren
to have in common
=
gemeen hebben
in case of
=
in geval van
Take it or leave it.
=
Graag of niet.
bunch
=
groep
heroic
=
heldhaftig
heroine
=
heldin
to recognise
=
herkennen
It’s no use complaining.
=
Het heeft geen zin om te klagen.
It’s all part of the game.
=
Het hoort er nu eenmaal bij.
to embarrass
=
in verlegenheid brengen
You’ve hit the nail on the head.
=
Je slaat de spijker op zijn kop.
But still.
=
Maar toch.
majority
=
meerderheid
musician
=
muzikant
to tend to
=
neigen
level
=
niveau
sign
=
ondertekenen
originally
=
oorspronkelijk
to shoot
=
opnemen
upbringing
=
opvoeding
in
=
over (+ periode) / over
venue
=
plaats van optreden
series
=
reeks / serie
riches
=
rijkdom
fame
=
roem
talented
=
talentvol
to run out of
=
tekortkomen
for the sake of
=
ten behoeve van / omwille van
to release
=
uitbrengen
exception
=
uitzondering
election
=
verkiezing
to suppose
=
veronderstellen
phenomenon
=
verschijnsel
especially
=
vooral
condition
=
voorwaarde / aandoening
whining
=
zeuren
to feel like
=
zin hebben om
as well as
=
zowel ... als
to pay attention to
=
aandacht besteden aan
to report / to report a theft
=
aangeven / aangifte doen
terrifying
=
afschuwelijk
as a result of that
=
als gevolg daarvan
familiar with
=
bekend met
library
=
bibliotheek
to attend
=
bijwonen
theft report form
=
formulier voor aangifte van diefstal
host family
=
gastgezin
witness
=
getuige
to get used to
=
gewend raken aan
I've been robbed of
=
ik ben beroofd van
after all
=
immers
contents
=
inhoud
surroundings
=
omgeving
circumstances
=
omstandigheden
to cover
=
omvatten / dekken / dekking bieden voor / dekken
incredibly
=
ongelooflijk
transfer
=
overplaatsing
to consider
=
overwegen / denken aan
through the post
=
per post
to mark tests
=
proefwerken nakijken
generous
=
royaal / gul
backpack
=
rugzak
stage
=
stadium / fase
drama
=
toneel
amazing
=
verbazingwekkend
insurance company
=
verzekeringsmaatschappij
to avoid
=
voorkómen
to recommend
=
aanbevelen
within
=
binnen (+ periode) / binnen
That was the straw that broke the camel’s back.
=
Dat was de druppel die de emmer deed overlopen.
to join
=
deelnemen aan
It never rains but it pours.
=
Een ongeluk komt zelden alleen.
The assignment is coming along fine.
=
Het gaat goed met de opdracht.
There's no denying that …
=
Het valt niet te ontkennen dat …
I’m in the fourth form.
=
Ik zit in de vierde klas.
attend a school of Higher General Secondary Education
=
op de havo zitten
as late as half past four
=
pas om half vijf
writing skill
=
schrijfvaardigheid
rather
=
tamelijk
are you free from school
=
uit zijn van school
to celebrate
=
vieren
celebration
=
viering
worth reading
=
waard om te lezen
to contact
=
contact opnemen met
valid
=
geldig
inclusive of
=
inclusief
in accordance with
=
in overeenstemming met
to ensure
=
instaan voor / garanderen
customer
=
klant
with regard to
=
met betrekking tot / wat betreft
failure
=
mislukking
to notify
=
op de hoogte stellen
obligation
=
plicht / verplichting
policy
=
polis
premium
=
premie
claim
=
schadeclaim
various
=
verscheidene
satisfaction
=
voldoening